Ruim een eeuw geleden vormde Rudolf Steiner enkele oude mysteriewoorden om tot een krachtige spreuk. Met deze grondsteenspreuk plaveide hij een route naar een nieuwe mysteriecultuur. Het nieuwe in de door Steiner geïnaugureerde mysteriën is dat ze gebaseerd zijn op vrijheid en liefde.

In alle oude mysteriën was het contact met de goden top-down georganiseerd. Goden namen het initiatief en vertrouwden het aan priesterkoningen toe om hun godendoelen in een rechtvaardig tempo op Aarde te realiseren. De samenlevingen die door deze ingewijde heersers werden opgebouwd, hadden het piramidale karakter dat bij het ontwikkelingsstadium van de toenmalige mensheid paste. Gehoorzaamheid aan de van goden afkomstige wetten en geboden was een eerste vereiste. 

Sindsdien heeft de mens zich in een rap versnellend tempo uit slaafse volgzaamheid bevrijd. Hij verbrak de horigheid aan grond en seizoenen, bevrijdde zich uit dwingende familiale verbanden en vergat tenslotte zelfs de goden. De vrijheid die wij zodoende verwierven, danken we aan het licht van ons denken. De kracht van ons denken maakt ons soeverein. Tegelijkertijd is er een keerzijde, want ditzelfde denken heeft ons eenzaam en kwetsbaar op een hellend vlak geplaatst. In een wereld die razendsnel verandert. Dat kan tot tal van vragen leiden. Met zulke vragen kunnen we ons in vrijheid en in liefde voor een goed toekomstperspectief opnieuw tot de goden richten. Eerbiedig vragend, vanuit de diepten van onze ziel, vanuit de grond van ons hart. 

Hoe wij de banden met de goden kunnen herstellen en helend op onze omgeving kunnen werken, staat centraal in de cursussen die ik het komende cursusjaar ga geven.

Hoogland, 10 april 2024